Extra aandacht voor studentenwelzijn

Studenten­welzijn

Studentenwelzijn is veel meer dan het faciliteren van een gesprek tussen student en studentenpsycholoog. Het is een taak van iedereen, en dat besef groeit binnen Universiteit Leiden. Vijf inzichten.

Snel naar:

Willemijn Nieuwenhuis, hoofd Studentenwelzijn

‘Studentenwelzijn is taak voor de hele universiteit’

“Je hebt studenten die blij waren dat ze aan het begin van hun studie een kamer hadden, maar door de lockdown hebben ze eigenlijk niemand kunnen ontmoeten. 

Tijdens de coronapandemie werden problemen van studenten extra zichtbaar: eenzaamheid, motivatieproblemen, concentratieverlies, gebrek aan ritme. Dat waren al thema’s waarop we actief waren. En ja, we hebben studentenpsychologen die fantastisch werk verrichten, maar we willen ook inzetten op preventie en vroegsignalering, zodat de student eerder in de keten geholpen wordt en niet bij de psycholoog komt.”

Creëren van awareness

“Eind 2019 kwam de Taskforce Studentenwelzijn met een advies. Dat advies gaf ons een kapstok waarmee we aan de slag zijn gegaan. Denk hierbij aan het creëren van awareness, preventie en vroegsignalering, een laagdrempeliger aanbod van cursussen en voorzieningen, deskundigheidsbevordering bij medewerkers en het creëren van een veilig studieklimaat.”

Studentenwelzijn is echt een taak voor de hele universiteit. Sinds 2020 hebben we een Student Wellbeing Officer in dienst. Zij is in gesprek gegaan met faculteiten, studenten en andere belangrijke stakeholders met het doel verbinding te zoeken. Wat kunnen we van elkaar leren? Hoe delen we best practices? En hoe kunnen we de infrastructuur en informatievoorziening rond welzijn verbeteren? We streven ernaar dat studentenwelzijn in het DNA komt van iedereen die met studenten te maken heeft.”

Maarten Fischer, teamleider Studentenpsychologen

‘Motivatie, dagstructuur en gevoel van verbondenheid stonden onder druk’

“2020 en 2021 waren zware jaren. Met niet alleen uitdagingen voor studenten, maar ook voor medewerkers. Iedereen had immers met dezelfde beperkende maatregelen te maken.

Vanaf mei merkten we dat de vragen en psychische klachten van studenten toenamen. Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen: een gebrek aan structuur en regelmaat en het missen van verbinding. Door het onderwijs op afstand stonden motivatie en dagstructuur onder druk. Je hoefde als student niet drie keer per week naar college, je kon niet naar de bibliotheek. Je kon colleges kijken wanneer je wilde. Je hoefde niet eens uit bed of je aan te kleden om het onderwijs te volgen. Bij een flinke groep studenten zorgde dat voor problemen in hun studieritme.

Contact niet vanzelfsprekend

Daar kwam het gebrek aan sociaal contact bij. In contact met anderen is het gevoel van saamhorigheid en het onderling vergelijken belangrijk. Doe ik het wel goed? Ben ik de enige die hier moeite mee heeft? Dat contact met anderen was niet vanzelfsprekend meer door het wegvallen van colleges, sport en de gesloten deuren van verenigingen en kroegen. Studenten die alleen woonden, hadden nog minder contact dan studenten in een studentenhuis. Online contact kon de behoefte aan fysieke nabijheid niet volledig compenseren.

Geïnvesteerd in preventie

We hebben geïnvesteerd in preventie, bijvoorbeeld door te starten met social support groups en buddysystemen, om aan normale menselijke behoeften te voldoen. De vraag van studenten naar een gesprek met studentenpsychologen nam toe. We hebben dit jaar gelukkig de mogelijkheid gekregen om als team uit te breiden, en daarmee beter aan de vraag naar psychologische begeleiding kunnen voldoen.

Sociale aspect

Een voordeel van het online thuiswerken is dat we veel hebben geïnnoveerd. Zo hebben we voor het eerst kennisgemaakt met het online begeleiden van studenten. Maar we hebben wel gemerkt dat online werken meer tijd kost en het contact leggen ingewikkelder is. Hoe gaan we begeleiden: telefonisch, per mail, per videochat? En het duurt langer voor je een vertrouwensrelatie hebt met een student. Elkaar gewoon in de ogen kunnen kijken, werkt prettiger. Dat geldt voor studenten, maar ook voor ons als collega’s.”

Angela van der Lans, Student Wellbeing Officer

‘Waar het niet goed gaat, willen we zo snel mogelijk  helpen’

“In juli 2020 ben ik begonnen als Student Wellbeing Officer. Als nieuwe medewerker voelde ik heel goed hoe eerstejaarsstudenten zich moeten voelen. Je kunt kennismakingsgesprekken voeren via Teams, maar je mist toch het contact. Mijn taak is als eerste om awareness te kweken voor studentenwelzijn, niet alleen bij studenten zelf, maar ook bij medewerkers.

Naast voorlichting en communicatie over het hulpaanbod is het van belang te beseffen dat iedereen kan bijdragen aan studentenwelzijn. Het kan al heel erg helpen als iemand – wie dan ook – een minuut luistert naar een student die het moeilijk heeft. Zodat hij of zij zich gehoord voelt. 

Prestatiedruk

De prestatiedruk is enorm voor studenten. Door de afstand was het in 2020 en 2021 lastig om nieuwe studenten te leren kennen. We hebben ingezet op online supportgroups. Studenten die daar behoefte aan hebben, kunnen onder leiding van een getrainde student-assistent bijeenkomen. Met buddy matching kun je een maatje ontmoeten tijdens een wandeling of online. En via het platform Caring Universities bieden we online programma’s aan waarmee studenten onder begeleiding hun mentale welzijn kunnen verbeteren.

Wellbeing Weeks

Eind 2020 hebben we de Wellbeing Weeks van begin 2021 voorbereid, een online evenement van vier weken. Het USC bood dagelijkse sportieve activiteit. Daarnaast zijn heel veel workshops aangeboden, veelal online maar altijd met aandacht voor de sociale binding.  Persoonlijke ontwikkeling, faalangst, mentale gezondheid en stress waren thema’s die aan de orde kwamen. Ook waren er veel Q&A-sessies met professionals aan wie studenten vragen konden stellen.

Signalerende functie

Voorlichting is belangrijk. Het moet in het systeem zitten van de student dat hij met alle vragen altijd bij de studieadviseur terechtkan. Studentenbegeleiders en docenten hebben ook een signalerende functie. Gespreksvaardigheden zijn van belang, net als weten waar een student terechtkan voor hulp. Het gaat niet alleen om leren, het gaat ook om ontwikkeling als mens. Studentenwelzijn gaat over alle studenten. Een happy student willen we happy houden. En waar het niet goed gaat, willen we zo snel mogelijk helpen.”

Marcel Melchers, Studentendecaan en coördinator van het Fenestra Disability Centre

‘Online onderwijs vergroot toegankelijkheid’

“Het eerste halfjaar van 2020 was nog wel te doen voor studenten. Maar hoe langer de lockdown duurde, hoe meer gevoelens van angst en depressie zich manifesteerden. Voor sommige studenten was de situatie uitzichtloos. ‘Voor mij bestaat de universiteit eigenlijk niet meer’, zei een student tegen me. Alles was digitaal.

Gelijke behandeling

Het Fenestra Disability Centre biedt ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. Voor deze studenten had de coronacrisis voor- en nadelen. Een van de voordelen is dat technologie ingezet móest worden. Voor een aantal studenten met een chronische fysieke ziekte, met angststoornissen of een ziekte waarbij ze veel verzorging nodig hebben was het online onderwijs een uitkomst.

Knelpunten extremer ervaren

Nadelen waren er ook. Studenten met een functiebeperking ervaren vaak dezelfde knelpunten als anderen, alleen is het bij hen extremer. Rumoer op de achtergrond bij tentamens is voor iedereen lastig, maar voor met mensen met een beperking vaak nog erger. Zo was het voor sommige studenten met ADHD of een autismespectrumstoornis lastiger om zelf de dag in te delen en op te starten door het wegvallen van de structuur van colleges. Voor deze groep hebben we studieplekken op de universiteit kunnen regelen. Dat hebben we ook gedaan voor studenten die prikkelgevoelig zijn.

Niet aanwezig

Ik hoop dat de ervaring van 2020 en 2021 ons een hybride vorm van onderwijs brengt, waarbij online onderwijs en onderwijs op locatie gecombineerd gaan worden. Dat vergroot de toegankelijkheid voor mensen die niet altijd aanwezig kunnen zijn bij colleges. Dat is trouwens niet alleen fijn voor studenten met een beperking, maar ook voor mantelzorgers, topsporters, studenten met kinderen en buitenlandse studenten.”

Ynette Caupain, studentenbegeleider Meeting Point

‘Er was meer eenzaamheid, meer stress’

“Meeting Point is in 2016 opgericht om vluchtelingstudenten een steuntje in de rug te geven. Hun problemen waren in 2020 en 2021 groter dan daarvoor: meer eenzaamheid, meer stress.”

Sterk in taal

“Naast vluchtelingstudenten zijn er studenten die een overeenkomstige problematiek ervaren en niet meteen hun weg vinden op de Universiteit Leiden. Denk aan studenten uit het Caribisch deel van ons koninkrijk, eerstegeneratiestudenten en sommige internationale studenten. Zij moeten wennen aan de onderwijscultuur op de universiteit en hebben vaak tijd nodig om zich de instructietaal eigen te maken. Sterk zijn in taal leidt vaak tot succes in de studie. Daarom zijn we in 2020 gestart met de voorbereidingen voor de workshop Sterk in taal, sterk in studie.

BSA als zwaard van Damocles

“Vanuit het Meeting Point begeleiden we studenten zowel op individueel als op groepsniveau. Een veelvoorkomend probleem is een verzoek tot uitstel van het bindend studieadvies (BSA). Vluchtelingstudenten zijn zeer gemotiveerd om hun studie te halen, maar het BSA hangt vaak als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Zij hebben alles verloren en een studie biedt nieuw perspectief. Een negatief BSA betekent stoppen met de studie en weer opnieuw beginnen. Dit veroorzaakt veel stress bij de betrokken studenten. Daar komt nog bij dat hulp vragen vaak als een teken van kwetsbaarheid wordt gezien. Samen met de betrokken studieadviseur en studentendecanen proberen wij hiervoor een oplossing te zoeken, door de examencommissie ook informatie te geven over de gegeven omstandigheden. Vanuit het Meeting Point adviseren we studenten die bij ons langskomen om een kennismakingsgesprek te plannen met de studieadviseur. Als je elkaar kent is het gemakkelijker om over problemen te beginnen.”

Succesvol starten

“Dat het Meeting Point niet kon worden bezocht was een gemis voor veel studenten. Eenzaamheid was een probleem. We hebben ervoor gekozen om virtuele bijeenkomsten te organiseren: op dinsdag konden studenten vragen stellen over hun studie. Op vrijdag was er een social circle, waarin gewoon samenzijn centraal stond. Later hebben we daar toch inhoudelijke invulling aan gegeven; samen met de Stichting UAF voor vluchtelingstudenten en Hogeschool Rotterdam organiseerden we elke twee weken themabijeenkomsten onder de noemer Succesvol starten. Dan ging het om studievaardigheden, maar ook over persoonlijke ontwikkeling.”